Tegenwoordig begint het met googelen. Vrijwel iedere interviewkandidaat is immers digitaal te vinden. Dan ontdek je niet alleen iemands LinkedInprofiel, maar ook diens eigen publicaties, nevenfuncties, favoriete restaurant of eindtijd bij de Zevenheuvelenloop.
De rolverdeling is helder: de geïnterviewde heeft iets te vertellen en ik mag dat opschrijven. Daartoe krijg ik vooraf een briefing van mijn opdrachtgever, met de insteek, de rode draad en eventuele valkuilen. Samen met het voorbereidende gegoogel leidt dat tot een handzaam vragenlijstje.
Dat lijstje is een richtsnoer, geen harnas. De kunst is juist om er op tijd van af te wijken. Om te voorkomen dat je jezelf bij het terugluisteren voor het hoofd slaat: "waarom heb ik daar niet doorgevraagd?" Want ja, ik neem altijd alles op. Voor de zekerheid, vanwege mijn beroerde handschrift en voor de mooiste quotes.
Of nee, dat laatste is niet helemaal waar. De mooiste quotes bedenk ik zelf. Klinkt arrogant, maar zo gaat het negen van de tien keer. Want ook dat vind ik mijn taak: mensen de woorden in de mond leggen die ze veel beter hadden kunnen gebruiken. De ervaring leert dat ze daar achteraf blij verrast door zijn.